Gouden dukaat Oostenrijk

De gouden dukaat bestaat sinds 1586 en was destijds één van de eerste gestandaardiseerde gouden munten in Europa en de wereld. Destijds werd de munt op verschillende plaatsen geslagen, maar allemaal op basis van dezelfde specificaties (goudgehalte en gewicht). De dukaat bestaat uit 23,6 karaat goud (98,3% zuiver goud). Het gewicht van de enkele dukaat is 3,494 gram. Hiermee bevat deze penning ruim 3,434 gram fijngoud. De dukaat heeft een doorsnede van 21 mm en is opvallend dun met een dikte van slechts 0,7 mm. Zoals vroeger al gebruikelijk was lenen deze penningen zich bij uitstek als beleggings- en verzamelmunt.

Oostenrijk begon vanaf de 16e eeuw dukaten te produceren. Vanaf dat moment werden de Oostenrijkse dukaten het officiële betaalmiddel in Oostenrijk, dit duurde tot 1858. In dit jaartal leek de Oostenrijkse munt zijn populariteit als wettig betaalmiddel te verliezen, deze werd gered door de keizer van Oostenrijk. In 1857 gaf hij een proclamatie tot goedkeuring van de Oostenrijkse Dukaat voor verdere productie als handelsmunt.

Op de voorzijde van de Oostenrijkse Dukaat staat een afbeelding van de Oostenrijkse keizer en koning van Hongarije, Franz Josef I. Hij was de laatste grote monarch van Europa. Hij reageerde meer dan Oostenrijk en Hongarije voor gedurende 70 jaar tot aan zijn dood in 1916. Op de achterzijde van de dukaat staat een afbeelding van een felle tweekoppige keizeraren van de Habsburgse dynasty. Deze afbeelding is gekozen omdat de Habsburgse keizers geloofden dat zij het Heilige Roomse Rijk geërfd hadden en dus ook de wereld. Daarom ontwierpen ze een dubbele geleide adelaar die in staat was om op hetzelfde moment zowel naar het westen als het oosten te kijken. De adelaar houdt een zwaard en een scepter in zijn rechter klauw en een kruisdragende kroon in de linker.